Het is - net als hardlopen - een geliefde bezigheid van veel Kiwi's en er zijn dus heel veel wandelroutes, meestal goed onderhouden door de 'Department of Conservation'. Op die wandelroutes zijn hutten gebouwd. Dat is dan wel weer wat meer dan dat we vroeger als kind bouwden, maar toch wel weer redelijk primitief. In onze hut lagen wel een aantal plastic matrassen, waren er tafels en banken en was alles goed dichtgetimmerd tegen ongedierte, maar dan heb je het ook wel gehad. O ja, een eindje van de hut vandaan is een WC, maar dat is niet meer dan een gat met een wc-bril en een huisje erop, met waarschijnlijk wel wat biologisch afbraakmiddel, want het stinkt niet. Geen electriciteit, geen gas, dus je moet zelf wel het een en ander meenemen. Slaapzak, eten, drinken, gasbrandertje, pannetje, bestek, etc. Daarnaast extra kleren, want je moet er altijd rekening mee houden dat je koud en nat wordt. En dat zit dus allemaal in je rugzak die je de hele tijd met je meesleept. En hoewel ik zei dat de paden goed onderhouden worden, betekent dit niet dat je met een rolstoel erover heen kan. Het is soms redelijk moeilijk begaanbaar en in dit geval was het bij tijd en wijlen flink steil. Een aardige uitdaging dus. Gelukkig gingen we met een ervaren groep mensen mee en hoefden we niet voor alle spullen zelf te zorgen.
Om ongeveer 11.30 uur zijn we vertrokken vanaf het beginpunt.
Dat was in het Tararua gebergte in de buurt van Levin. Wij hebben de track naar de Waiopehu hut gelopen (heen en terug) zoals je rechts in het midden van onderstaande plattegrond kunt vinden.
Het eerste stukje ging door een weiland van een boer, die dat per gratie toestaat.
Maar al snel doken we het bos in en dan begint het pas echt.
Het eerste stuk was behoorlijk steil en ik dacht: nou, op die manier ga ik die 9.6 km niet redden.
Maar gelukkig werd het daarna wel wat minder steil, al was de hele reis over het algemeen natuurlijk wel allemaal stijgen. En af en toe werd er wel even gestopt om even bij te komen.
En soms even lekker op een boomstammetje zitten...die vervolgens afbreekt.
Af en toe had je een mooi viewpoint.
Onderweg loop je natuurlijk steeds door prachtige natuur.
En als het dus niet te steil is, heb je genoeg tijd om een beetje met elkaar te kletsen. De weersvoorspelling zag er bij vertrek goed uit. Voor het overgrote deel hebben we ook prima weer gehad en omdat je lekker inspannend bezig bent, loop je al gauw in je T-shirtje en korte broek.
Helaas ging het op het eind toch nog wat regenen en dat was balen.
Zeker op het eind wordt je het toch een beetje zat en door de regen wordt het pad moeilijker begaanbaar. Bovendien kom je dan nat aan en moet je gelijk andere kleren aantrekken. Maar goed, uiteindelijk mochten we toch niet klagen; voor hetzelfde geld heb je continu regen.
Rond een uur of vier kwamen we bij de hut aan. Op dat moment heb je dan even geen zin om foto's te maken, dus die heb ik pas weer bij vertrek gemaakt.
Omdat het rond vijf uur begint te schemeren is het zaak om het licht nog zo goed mogelijk te benutten. Dus gingen we gelijk onze potjes koken om te eten. Met al dat fastfood (alleen opwarmen), ben je daar ook wel weer snel mee klaar en dan heb je dus nog een lange avond in het donker voor de boeg. Gelukkig hadden we een aantal gaslampjes en werd er gezellig een kaartje gelegd.
Zo heb ik er ook weer twee kaartspellen bij geleerd. Uiteindelijk gingen we dan toch nog relatief vroeg naar bed, rond 10 uur. En je denkt dat je natuurlijk heel moe van het wandelen bent, maar ik kon in ieder geval niet zo snel in slaap komen en eigenlijk heb ik de hele nacht niet goed geslapen. We waren goed voorbereid op de kou, maar dat viel erg mee. We hadden wel lekker thermo-ondergoed en sokken aan. Maar goed, volgens Sjacko lag ik af en toe zwaar te ademen, dus zal ik toch wel wat geslapen hebben.
De volgende morgen was het mooi helder en hadden we de beloofde, prachtige uitzichten.
En zo zag de hut er van de buitenkant uit:
Helaas trok na het ontbijt de lucht weer helemaal dicht, maar het bleef wel droog. En zo vingen we dus de terugweg aan. Dat ging over het algemeen lekker naar beneden. Nadeel daarvan is dat je dan die spieren moet gebruiken die je normaal niet gebruikt, maar dat voel je meestal de dag er na pas (en dat is ook zo). Bij het afdalen is het natuurlijk ook altijd oppassen geblazen dat je niet uitglijdt, maar op een paar kleine uitglijders na, heeft niemand zich echt bezeerd.
En toen zat het er op. Moe maar voldaan kwamen we weer bij de parkeerplaats aan. Daar hebben we nog even lekker nagenoten met de lunch die we nog over hadden.
Thuisgekomen was het tijd voor een lekker warm bad en/of douche. Ja, het was leuk om dit een keer gedaan te hebben.
Jullie halen wel alles er uit wat maar mogelijk is hoor. Wat een spannende belevenissen zeg. Marissa is al op kamp geweest, nu Hanna weer en Sjacko zo'n intensieve tocht. Je moet het allemaal wel aan kunnen. Ik viel vorig jaar bij de afdaling van de berg Horeb (gelukkig niet ernstig) en moest op een kameel naar beneden. Dat was ook een belevenis. Gelukkig zijn jullie allemaal nog ongedeerd. Geniet nog van de laatste (ja, ja!!) periode van jullie sabbatical in Nieuw-Zeeland.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Janny.